Hockey – dat even veel wordt beoefend door mannen als vrouwen – wordt gespeeld met 11 tegen 11 op een (synthetisch) terrein van 91,40 lang (100 yards) en 55 m breed. Dit komt overeen met een klein voetbalveld. Wedstrijdduur: 2×35 minuten.
GEEN CONTACT
Zoals bij voetbal is het de bedoeling doelpunten te scoren. Daarvoor gebruikt de speler een stick, het enige hulpmiddel waarmee gescoord mag worden. Om te scoren moet een speler zich bevinden in de halve cirkel voor het doel, een halve cirkel met een straal van 16 meter.
Dat is gedaan om gevaarlijke afstandsschoten te vermijden. Bij een schot kan de bal makkelijk een snelheid halen van 100 km/u of meer. In het hocket wordt er alles aan gedaan om de fysieke integriteit van de speler te beschermen. Zo zijn naast afstandschoten ook hoge ballen en/of sticks verboden.
Veldhockey is bovendien geen contactsport. In tegenstelling tot bij (bijna naamgenoot) ijshockey is alle lichamelijk contact verboden. Zelfs bij de doelman die nochtans volledig beschermd wordt door zijn uitrusting.
GEEN BUITENSPEL
De Internationale Federatie is niet terughoudend om de regels aan te passen. Ieder jaar zijn er heel wat nieuwigheden om het spel te laten evolueren.
De buitenspelregel bestaat niet in hockey. Iets leuks is de self-pass. Dat wil zeggen dat een speler die het slachtoffer is van een overtreding zichzelf de bal kan teruggeven en zijn inspanning kan verder zetten.
De speler mag de bal niet raken met de bolle kant van de stick en ook niet met een lichaamsdeel (behalve de doelman).
HET BELANG VAN DE STRAFCORNER
Een bepaalde spelsituatie krijgt extra aandacht: de strafcorner. Dit is een fase waarbij het spel is stilggelegd en er altijd de mogelijkheid bestaat om een doelpunt te scoren. Een strafcorner wordt gefloten nadat de verdedigende ploeg een onvrijwillige fout in de cirkel heeft gemaakt (of voor een vrijwillige fout binnen de 25 yards).
Een speler van de ploeg in de aanval verstuurt vanaf de achterlijn een pass naar zijn ploegmaats in de cirkel. De laatste stopt de bal, voor de cirkel, en legt hem klaar in de cirkel. Een derde ploegmaat mag dan op doel schieten of de bal in de lucht spelen. Ondertussen staan er vier verdedigers op de lijn om het offensief af te stoppen.
AANTREKKELIJKHEID
Hoewel hockey nog steeds gezien wordt als een elitesport blijft het aantal leden groeien. Sinds 2000 is het aantal spelers in België van 13.000 naar 27.000 gegaan. En in de toekomst worden de sport mogelijk nog meer ‘slachtoffer’ van zijn succes. De nationale ploegen zullen immers de rol van locomotief op zich nemen!